menu
 
COMING SOON // EXPO PLASTIC FANTASTIC?

UIT DE KRANT // DE FAVORIETEN VAN MARIT

27/04/2023
DE FAVORIETEN VAN COLLEGA MARIT 

Wanneer je het Industriemuseum bezoekt, word je eerst en vooral begroet door onthaalmedewerkers. Tijdens je bezoek kom je dan waarschijnlijk nog erfgoedbewakers tegen, gidsen, demonstratoren … Maar ook achter de schermen zijn natuurlijk nog heel wat mensen aan het werk: een technische ploeg, communicatiemedewerkers, collectiemedewerkers ... Allemaal zijn ze te vinden in de kantoren en depotruimtes van het museum. Eén van die medewerkers is Marit Van der Jeugt. Zij registreert en digitaliseert op dit moment de documentaire collectie van het museum. Hoe ze hier beland is en wat haar taak precies inhoudt, doet ze graag uit de doeken. 

Artikel uit de museumkrant van maart 2023

Als collectiemedewerker helpt Marit om de documentaire collectie van het Industriemuseum verder te registreren en digitaliseren. © Martin CorlazzoliBijschrift

Dag Marit! Laat ons beginnen bij het begin. Hoe ben je in het Industriemuseum terechtgekomen? 

“Ik studeerde kunstwetenschappen hier in Gent. Na mijn opleiding heb ik een paar jaar in een architectenbureau gewerkt. Dat vond ik boeiend, maar ik voelde dat het tijd was voor iets nieuws. Ik wilde graag een job in de cultuursector en ben uiteindelijk in het Industriemuseum beland. Aanvankelijk werkte ik aan de inventarisatie van de fotocollectie en deed onderzoek naar hoe we hier in het museum een goede digitaliseringsflow konden voorzien voor die collectie. Dat was vorig jaar.”

Waar ben je dan nu zoal mee bezig? 

“Ik werk op dit moment zowel voor het Industriemuseum als voor het Huis van Alijn. Sinds februari ontferm ik mij er als collectiemedewerker over de documentaire collectie. Ik zet mijn schouders mee onder een heuse inhaalbeweging binnen de collectieregistratie en digitalisering. Zo krijgen we gaandeweg een beter zicht op wat het museum zoal bewaart.” 

Een inhaalbeweging, zeg je? 

“Exact. In de beide musea (Industriemuseum en het Huis van Alijn, nvdr) was er nood aan een inhaalbeweging om de documentaire collectie te registreren en te digitaliseren. Veel schenkingen die het museum binnenkomen via bedrijven, andere musea, organisaties of particulieren krijgen bij aankomst meteen een eigen nummer en een plekje in het museumdepot toegekend. Tijd om elk collectiestuk op dat moment uitgebreid te bekijken en beschrijven, is er niet. Die tijd heb ík nu wel. Ik ga stap voor stap door alle dozen, bekijk wat erin zit en registreer en digitaliseer elk document zorgvuldig.” 

Wat moeten we ons inbeelden bij zo’n documentaire collectie? 

“Dat kan van alles zijn, maar elk collectiestuk uit de documentaire collectie is sowieso een 2D-object. Denk aan flyers, affiches, postkaarten, catalogi … Let wel, foto’s horen daar niet bij. Zij maken deel uit van een aparte collectie – de fotocollectie. Die valt dus buiten deze opdracht. Vooraf wordt afgetoetst en afgewogen of een document, brochure of boek eerder in de museumbibliotheek thuishoort of in de museumcollectie. De documenten die ik verwerk, zijn door andere collega’s al voorgesorteerd en behoren dus definitief tot de documentaire collectie. Met die documenten ga ik vervolgens aan de slag.” 

Stel, je krijgt een postkaart in handen. Welke stappen doorloop je? 

“De eerste stap is registreren. Elk stuk krijgt een nummer: een record- of inventarisnummer. Dat nummer wordt aan het document bevestigd. Dan registreer ik het stuk in ‘Axiell collections’, een collectiebeheersysteem. Met het toegekende nummer vind je dus gemakkelijk je document terug in die online database. Ik voeg in de database ook inhoudelijke informatie toe, een titel en kernwoorden bijvoorbeeld. Vervolgens vul ik de vormelijke informatie aan: de afmetingen van het document, het aantal pagina’s, de staat van het stuk ... Kortom, de basisregistratie. Een onderzoeksmedewerker die zich specialiseert in een bepaald type document of onderwerp kan later nog diepgaandere registratie voorzien, aangezien die collega inhoudelijk nog meer weet over bepaalde collectiestukken.

Na de basisregistratie volgt het digitaliseren. Met een fototoestel bevestigd aan een reprostand nemen we foto’s van de documenten. We verbinden de camera met Lightroom op de computer, zodat we vanuit het programma de voorinstellingen kunnen maken, rechtstreeks de foto’s kunnen nemen en nabewerkingen uitvoeren. Dankzij het fototoestel van 50 megapixels zijn de afbeeldingen van een veel hogere kwaliteit dan wanneer je een scanner gebruikt. We gebruiken deze opstelling ook voor andere 2D-objecten uit de collectie: foto’s, artikels, maar bijvoorbeeld ook dia’s en fotonegatieven. Via Lightroom verwerken we vervolgens de beelden die we maakten. We snijden het beeld bij en linken dit beeld aan de gegevens die we eerder – tijdens het registreren – invoerden in Axiell. Die reprostand is overigens nog niet zo lang aanwezig in het museum. Tot voor kort namen we scans of we besteedden de opdracht uit aan externen. De aankoop van de reprostand heeft ervoor gezorgd dat we nu in eigen huis snelle en kwalitatieve digitale beelden kunnen maken. Na het fotograferen steken we de documenten ten slotte in een nieuwe verpakking, zoals nieuwe hoesjes en zuurvrije dozen. Die dozen krijgen een standplaats die we dan ook toevoegen in Axiell zodat elk document gemakkelijk terug te vinden is. Op elke doos staat ook een barcode: wanneer je die scant, kan je zien welke collectiestukken allemaal in de doos zitten.”

Dankzij de nieuwe reprostand zijn gedigitaliseerde bestanden voortaan van veel hogere kwaliteit. © Martin Corlazzoli

Waarom is het zo belangrijk dat een museumcollectie ook digitaal beschikbaar is? 

“Met een goede registratie kom je eigenlijk al een heel eind; zo vind je eenvoudig de weg naar gezochte documenten. Zorg je ook voor een digitale versie van een collectiestuk, dan kan je er echter voor zorgen dat je niet bij elke zoekbeurt fysiek naar het document moet speuren. Je hoeft er niet noodzakelijk voor naar de depotruimte gaan. Eerst en vooral is dat goed voor een duurzame bewaring: de documenten moeten op die manier niet voortdurend in en uit dozen worden gehaald. Verder is het niet alleen handig voor de museummedewerkers, maar ook voor onderzoekers en andere geïnteresseerden. We zorgen ervoor dat we alle documenten goed beschrijven, met duidelijke kernwoorden en associaties. We gebruiken daarbij ook thesaurustermen. Dergelijke termen worden uniform in het wereldje gebruikt en zijn dus vlot herkenbaar voor iedereen. Zo wordt onze collectie ook voor een breder publiek toegankelijk. We proberen zoveel mogelijk gedigitaliseerde stukken op onze website te plaatsen, maar er staan momenteel ook veel stukken op Erfgoedinzicht, op het platform van ‘Collectie van de Gentenaar’ en op Wikimedia. Ook via deze platformen bereiken we een breder publiek.” 

Wat zijn de obstakels binnen jouw job als collectiemedewerker? 

“Het registreren moet je in het begin in de vingers krijgen, er zijn heel veel regeltjes rond het registreren van titels en dergelijke. De invulinstructies zijn complex, maar eens je er mee weg bent, gaat het wel snel. We kregen ook voldoende begeleiding doorheen dit hele proces. Zo kwam de fotograaf van het Rijksmuseum in Amsterdam een workshop geven rond digitalisering. Op die manier leer je veel nuttigs en wordt het werk ook gemakkelijker. Het grootste obstakel bij het registreren en digitaliseren is dus eerder van technische aard, maar met genoeg verdieping en oefening lukt dat!” 

Wat vind je zelf tof aan je job? 

“Het geheel. Het moment waarop je weet dat elk item in een reeks dozen geregistreerd en gedigitaliseerd is en je het deksel op elke doos kan terugplaatsen. Het geeft me veel voldoening, zo een mooi afgewerkte doos in de depot plaatsen. (lacht) Ik vind het ook een fijn gevoel dat ik het werk van toekomstige medewerkers wat aangenamer maak. Voor een volgende expo zullen zij bepaalde collectiestukken vlotter vinden en dat vind ik wel een leuke bijdrage. Verder hou ik wel van de afwisseling in het werk: fotograferen, informatie ingeven, sorteren … Ik doorloop het hele proces en dat is voor mij wel een meerwaarde.”

We vroegen je om een selectie te maken van je vijf favoriete documenten. Waarom heb je voor deze vijf gekozen? 

“Eerst en vooral vind ik alle gekozen stuks esthetisch mooie documenten. Het zijn leuke objecten om naar te kijken, vaak ook kleurrijk. Anderzijds heb ik die vijf documenten gekozen omdat ze een directe link hebben met de objectcollectie van het museum, zoals de brochure van de Vynckier-tafel. Die brochure was één van de documenten die ik de voorbije periode heb verwerkt. Ik vind het een knappe brochure, maar ik vind het vooral ook leuk dat we effectief ook zo’n tafeltje in de museumcollectie bewaren. Zo zie je dat mijn werk niet ‘zomaar’ papieren sorteren is. Er is een vaak een duidelijke link met objecten die het museum bewaart. Een document voorziet dan extra info of context. De gekozen objecten zetten dus het nut van mijn werk in de verf én ze geven de link tussen documenten en objecten binnen de collectie perfect weer.”

DE FAVORIETEN VAN MARIT

1. Een vintage ogende flyer en een tof tafeltje van Vynckier
Tijdens het werk botste Marit op een Franstalige verkoopsflyer voor tafeltjes gemaakt bij Vynckier Frères & Compagnie in Gent. Het gaat over een rechthoekig krukje in bakeliet uit de Supra Luxe reeks, steunend op vier verchroomde poten. Bij de herstructurering van de Vynckiersite in 2021 werd zo’n wit tafeltje aan het Industriemuseum geschonken.

2. Porseleinkaart van vlasspinnerij La Lys en textielstaal
Een porseleinkaart van een fabriek vormde vaak het visitekaartje van het bedrijf in kwestie. Marit vond in de collectie een kaartje van La Lys, een Gentse vlasspinnerij. Nog leuker: in de collectie bevindt zich ook een staal ongebleekt linnen garen van diezelfde fabriek. 

3. Letterproeven
Net wanneer Marit op een knap letterproefboek met lettertypes voor de Linotype zetmachine botst, zijn collega’s Armina en Klará net druk in de weer om ook zo’n bundels met proefdrukken te maken van de lettercollectie in het Industriemuseum. Dat kan geen toeval zijn!

4. Productfolder van Nestor-Martin-fornuizen
Een Franstalige productfolder van een gasfornuis dat zich ook effectief in de collectie bevindt? Dat vindt Marit telkens weer fijn om te verwerken. Het gaat om een productfolder van het merk Nestor Martin, types California 201 en 211. Zo’n geëmailleerde gasfornuis met vier branders, een oven en een bordenverwarmer, type California 230, wordt ook bewaard in het museumdepot. Het stamt uit het derde kwart van de 20e eeuw. Het valt Marit op hoe hard de focus in dergelijke productfolders voor huishoudelijke apparaten ligt op de vrouw aan de haard.

5. Brochure over stoommachines van Van den Kerchove
Met een expo over de metaalnijverheid en bijbehorende machinebouw in zicht (opening 2 december 2023!) was het voor Marit interessant om bij het registreren en digitaliseren extra aandacht te hebben voor documenten die in die tentoonstelling zouden kunnen passen. Zo viel haar oog alvast op deze Franstalige brochure over stoommachines van Van den Kerchove Anciens Ateliers de Construction.  

Benieuwd naar wat er nog meer in de museumcollectie schuilt? Scroll dan gerust rond op de website, waar al heel wat collectiestukken, foto’s en documenten verzameld werden!

blijf op de hoogte

SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF