Vakmanschap écht doorgeven, dat doe je niet in een weekje tijd. Daarom riep de Vlaamse Overheid de meester-leerlingtrajecten in het leven, waarbij ervaren vakmensen hun kennis en vaardigheden doorgeven aan nieuw talent. In de drukkerij van het Industriemuseum loopt sinds januari 2024 zo’n tweejarig meester-leerlingtraject. De meester? Rudy De Graef, een lithograaf die zijn passie voor lithografie (steendruk) deelt met enthousiaste leerlingen Robin Boone en Mark Plas. Wij brachten een bezoek aan Rudy en Robin en noteerden hun verhaal uit eerste hand.
Uit Museumkrant #12 - voorjaar 2025
Hoe zijn jullie erop gekomen om dit meester-leerlingtraject te starten?
Robin: “Mark en ik zijn al langer betrokken bij de drukkerijafdeling van het Industriemuseum, maar misten eigenlijk een volledige basiskennis van lithografie. Er waren een aantal zaken die we niet wisten of niet helemaal onder de knie hadden en daarvoor klopten we wel eens aan bij Rudy. Hij is toen een paar keer naar het Industriemuseum gekomen, en zo leerden we elkaar een beetje kennen. Maar het was pas twee jaar geleden, in de zomer, dat we hem opnieuw contacteerden met de vraag of hij nog eens wilde deelnemen aan een meester-leerlingtraject. Rudy had zelf eerder aan zo’n traject deelgenomen, maar dan als leerling. Wij zagen hem intussen wel in de rol van meester.”Rudy: “Ja, dat was in 2019, toen ik bij Ronald Joossen als leerling deelnam aan een meester-leerlingtraject – ook rond lithografie. Het was voor mij dan ook echt een verrassing toen ze mij vroegen als leermeester voor dit traject. Nadat ik het even had laten bezinken, heb ik een dossier opgesteld en afgesproken met de mensen van expertisecel ETWIE. Zij waren erg enthousiast en zagen het helemaal zitten. Zo ben ik er dus ingerold.”
Hoe verloopt zo’n traject? Wat zijn zo de stappen die je neemt?
Rudy: “Het traject is gebaseerd op het boek dat ik samen met Ronald Joossen heb geschreven. Dat boek hebben Ronald en ik tijdens ons eigen meester-leerlingtraject gemaakt, met daarin allerlei technieken van waaruit ik kon vertrekken voor dit traject. Het afgelopen jaar hebben we vooral de basis opnieuw aangeleerd. Ik heb aan Robin en Mark gezegd: ‘Vergeet alles wat je denkt te weten, we beginnen helemaal vanaf nul.’ Zo kon ik ze meteen de juiste technieken aanleren. Een van de eerste dingen die we hebben gedaan, is het schuren van een steen. Meestal toon ik het eerst voor, zij kijken goed toe en doen het daarna zelf. Het zijn eigenlijk oefeningen, maar zonder dat het zo aanvoelt. Het is dus echt een trial-and-errorproces. We proberen ook een breder perspectief te creëren. Afgelopen jaar hebben we samen een workshop gevolgd in het Nederlandse Diepenheim met de Basement Press, waar we een specifieke techniek hebben aangepakt. In het tweede jaar van ons traject maken we meer dergelijke uitstappen, omdat dit de kennis over en ervaring met het steendrukken enorm verrijkt.”
Wat waren de struikelblokken van dit traject tot nu toe?
Robin: “Het moeilijkste is eigenlijk niet de techniek zelf, maar onze drie agenda’s op elkaar afstemmen! We werken allemaal fulltime, en hoewel we maar een paar keer per maand of soms wekelijks afspreken, is het nog steeds een uitdaging. Natuurlijk probeer ik daar bewust wat meer tijd voor vrij te maken; het traject duurt maar twee jaar en we willen er alles uithalen!”Rudy: “Wat ik soms ook moeilijk vind, is dat we in twee ateliers werken voor dit traject: zowel in dat van het Industriemuseum als in mijn eigen atelier in Antwerpen. Je moet het atelier voorstellen als een keuken. Je haalt de ingrediënten in huis, maar je bent twee maanden weg. Als je terugkomt, zijn je eieren en kaas niet meer goed. Hetzelfde geldt voor steendrukken, omdat het een langdurig proces is. Eerst moet je de steen schuren en voorbereiden, en soms moet je die dan één of twee dagen laten rusten. Als je steen in Gent ligt, kan je de volgende keer dus niet in Antwerpen afspreken.”
Wat is het verschil tussen de ateliers?
Robin: “In het begin hebben we hier echt over nagedacht: is het niet te ingewikkeld? Moeten we niet gewoon voor één atelier kiezen? Maar uiteindelijk vind ik het net een meerwaarde dat we op twee locaties werken. In het Industriemuseum werken we tussen het publiek, wat een totaal andere dynamiek creëert. Bezoekers zijn vaak nieuwsgierig, stellen vragen en soms tonen we spontaan iets. Die interactie zorgt voor boeiende gesprekken en biedt ons de kans om ons werk meer naar buiten te brengen. In het atelier bij Rudy is de sfeer helemaal anders. Daar kunnen we ons volledig focussen op de techniek en ons echt verdiepen in de lithografie. Die afwisseling maakt het traject alleen maar rijker.”Rudy: “In het Industriemuseum werk je natuurlijk in een museale context, waar je met waardevolle collectiestukken aan de slag gaat. Dat betekent dat je niet zomaar alles kunt doen. Er staat in het museum een indrukwekkende pers, een fantastische machine, maar we kunnen grote stenen daar niet zomaar op leggen. Thuis zou ik daar gewoon iets onder leggen, maar in een museum kan dat niet. Je werkt met erfgoed, en daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Als erfgoedzorger begrijp ik dat natuurlijk volledig. In mijn eigen atelier is de situatie heel anders. De persen die ik daar heb, zijn relatief jong – ongeveer honderd jaar nieuwer dan die in het museum. Door de tijd heen zijn er steeds verbeteringen aangebracht, waardoor ze nauwkeuriger en efficiënter werken. Er zitten bovendien extra snufjes op om het drukproces makkelijker te maken. Toch doet de pers in het museum zeker niet onder voor de nieuwere modellen. Het is gewoon een kwestie van hem goed te leren kennen. Voor mij was het belangrijk dat de leerlingen daar ook mee zouden leren werken. De meester vind je in de beperking."
Rudy, wat hoop je je leerlingen te kunnen meegeven? En Robin, wat hoop jij uit het traject te halen?
Robin: “Het voornaamste voor mij is dat ik mijn techniek kan verbeteren, zodat ik mijn eigen werk later naar een hoger niveau kan tillen. Voor een tekenaar is lithografie bijzonder interessant, omdat je er heel direct mee op steen kunt tekenen. Maar ik kijk ook verder dan dit traject. Over een half jaar loopt dit traject af, maar ik ben wel van plan om daarna verder te gaan met lithografie. Daarom is mijn grootste doel nu om mijn niveau al zoveel mogelijk op te krikken.”Rudy: “Goede vraag! Daar heb ik goed over nagedacht voordat ik aan dit traject begon, en ik denk dat er meerdere antwoorden op zijn. Ten eerste vind ik het ontzettend belangrijk om ambachtelijke kennis en technieken door te geven. Veel van die kennis zit verborgen in de hoofden van mensen en dreigt verloren te gaan als ze die niet delen. Kennis moét gedeeld worden. Sommige ambachten, zoals steendrukken, hebben nog iets mysterieus, alsof het geheimen zijn die bewaard moeten blijven. Maar voor mij is het juist essentieel dat dit vakmanschap wordt doorgegeven en blijft voortbestaan. Ten tweede beschouw ik dit traject als geslaagd – en ik denk dat we daar al een deel in geslaagd zijn – als Robin en Mark straks zonder mijn hulp probleemloos een print kunnen drukken. Dan kan het museum hiermee blijven werken, en zo blijft de kennis verder leven. Op die manier dragen we bij aan het voortbestaan van dit ambacht, en daar draait het uiteindelijk om.”
Wat gaan jullie doen na het traject?
Robin: “Dan willen we graag een toonmoment organiseren, zodat we ons eindresultaat kunnen delen met het publiek. In december plannen we een mini-expo in het Industriemuseum om ons werk en het proces van de afgelopen jaren tentoon te stellen met foto’s uit de ateliers en de werken die we tijdens ons traject gecreëerd hebben. Natuurlijk koppelen we daar graag een demonstratie aan, zodat we kunnen laten zien hoe het steendrukken eigenlijk in zijn werk gaat. We willen alleszins zorgen voor een mooie afsluiter van ons leerproces!”Rudy: “Ja, dat toonmoment in het Industriemuseum is zeker iets dat we alle drie graag willen doen. Daarnaast bekijken we samen het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen of we iets kunnen organiseren op basis van de collectie daar. Wellicht gaan we ons laten inspireren door hun collectie houten blokken om iets te maken. Ik ben ook van plan om het handboek dat ik samen met mijn oude leermeester heb gemaakt, te herzien en te updaten. Dat stond al langer op de planning. We hebben bijvoorbeeld nieuwe technieken ontdekt, zoals de fotolithografie, waarover we in een atelier in Bristol hebben geleerd. Daarbij worden foto’s belicht op steen. Ik had met die methode nog geen ervaring, en wil die nu zeker nog aan het boek toevoegen.”
RUDY DE GRAEF
Rudy is architect-kunstwetenschapper en rondde een specialisatie in grafiek af aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Sinds 1993 werkt hij als beeldend kunstenaar in zijn eigen grafiekatelier, waar meerdere drukpersen staan. Rudy heeft zich volledig in steendruk gespecialiseerd en door de jaren heen heeft hij een uitgebreid netwerk opgebouwd in binnen- en buitenland. Op dit moment zet hij zijn expertise in bij het Agentschap Onroerend Erfgoed.
ROBIN BOONE
Robins passie voor steendruk gaat al terug tot de jaren 1990, toen hij lessen steendruk volgde bij grafisch kunstenaar Wim Van Remortel. Zijn liefde voor tekenen en schilderen sluit perfect aan bij deze techniek, wat zijn fascinatie alleen maar versterkt. Daarnaast was Robin vroeger coördinator van de drukkerijafdeling in het Industriemuseum, waar hij zijn expertise verder uitbouwde. Naast zijn eigen artistieke drang om met ambachtelijke technieken te werken, runt hij ook een bedrijf dat museumtentoonstellingen opbouwt.
MARK PLAS
Mark Plas heeft een oude liefde voor druk- en printtechnieken en vooral de kleurenlitho ligt hem nauw aan het hart. Mark studeerde nog lithografie op Sint-Lucas Gent. Sinds 2022 is Mark leerkracht printmedia en fotografie in de richting Grafische Technieken in Sint-Maria, Borgerhout.Tekst: Amé Beert
Foto’s: Martin Corlazzoli