menu
 
De leerplicht in België
download

Hoger resolutiebeeld nodig? Neem contact op met de bibliotheek.

[imageshare.no license found]
deel op social media

De leerplicht in België

Op 26 december 1864 ziet de Ligue d’Enseignement het levenslicht, een nationale vereniging met als doel het onderwijs in België te verbeteren en te verruimen. Lagere scholen zijn doorgaans toegankelijk voor alle lagen van de bevolking. Maar niet alle scholen zijn gratis. Voor arbeiders- en boerenkinderen is het minder evident om schoolgeld te betalen. Veel kinderen in de lagere klassen moeten werken om het gezinsinkomen te verhogen. In 1883 komt er een eerste wetsvoorstel voor het invoeren van de algemene leerplicht voor alle kinderen van 6 tot 12 jaar. De meeste katholieke politici en ook verschillende liberalen zijn niet voor het idee gewonnen.

In het volkse milieu kiest men sneller voor een vak waarvan de opleiding gratis of goedkoop is en waar onmiddellijk een loon tegenover staat. In rijkere gezinnen is de noodzaak om bij te dragen aan het inkomen van minder belang. De opleiding mag meer tijd en geld kosten, met het uitzicht op betere vaardigheden en een beter loon. Vanaf 1850 winnen de beroepsscholen en technische scholen aan belang.

Werkscholen, zoals deze kantklosschool in Bassenge, zijn in België erg populair. Tijdens hun opleiding verrichten de meisjes volwaardig werk. Ze zitten 10 tot 14 uur per dag over hun kantwerkjes gebogen. © Musée de la Vie wallonne

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog komt hij er dan toch: de wet op de leerplicht. Tachtig jaar van touwtrekkerij gaat aan de wet vooraf. De hamvraag was steeds: wie moet het onderwijs organiseren: de kerk of de staat? Katholieken en liberalen vechten een schoolstrijd uit. In beide politieke partijen zijn er zowel conservatieven als vooruitstrevende figuren. In 1914 keurt de regering de wet op de leerplicht goed. België is hiermee een van de laatste West-Europese landen en het allerlaatste land van de ons omringende staten. 

Allen naar school? 

Kinderen moeten acht jaar onderwijs volgen, te beginnen na de zomervakantie van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt tot de zomervakantie van het jaar waarin het 14 wordt. De leerplicht kan ingekort worden voor wie op 13-jarige leeftijd slaagt voor het wettelijk voorgeschreven examen. Op aanvraag van het gezinshoofd kan een kind een jaar uitstel krijgen. 

De wet is nog maar drie maanden gestemd wanneer de Duitse troepen België binnenvallen. De ontreddering in het schoolwezen is groot. De oorlogsomstandigheden maken het moeilijk om de wet van 1914 na te leven. Er is een groot spijbelprobleem. In 1921 dient minister Jules Destrée een voorstel in om het toezicht op de leerplicht te verscherpen. 

Kinderen van landbouwers of kleine zelfstandigen blijven, ondanks de leerplicht, vaak thuis om te helpen in het bedrijf. De parttime inzet van kinderen bij de traditionele en seizoensgebonden werkzaamheden op de boerderij en in de huisnijverheid worden als heel normaal gezien. Na schooltijd en in het hoogseizoen helpen ze in de winkel, in de thuisnijverheid of op het veld. De schooldirectie kan leerlingen seizoenverlof toestaan. Ze worden vrijgesteld van de leerplicht om te helpen bij het seizoenwerk. 

Kruidenierszaak Aux Hirondelles Nowé-Ticket in Koksijde, ca. 1930. Germaine Ticket met haar baby Charles op schoot en voor haar man Ivo Nowé zit hun zoon Pierre op het bankje. Jantje (met pet) is een Brusselse jongen die bij hen inwoont en helpt in de winkel. Kinderarbeid in familieverband is dan nog heel gewoon, vooral bij zelfstandigen. De vier zonen van Germaine moesten blijven helpen in de winkel, sommigen tot na hun huwelijk. © Westhoek Verbeeldt, privé-collectie.

Brave burgers en verstandige werklui 

De school wil kinderen vormen tot brave burgers en vlijtige werklui en hamert op waarden als werklust, volharding, orde, spaarzaamheid, hygiëne en matigheid in het alcoholverbruik. Die boodschappen sijpelen door in alle lessen. Vanaf de jaren 1920 gaan steeds meer kinderen naar school tot hun 14 jaar. Ouders schatten het belang van onderwijs hoger in. Ook de armoede neemt af. Kinderarbeid is niet langer nodig om te overleven. Arbeid maakt steeds meer plaats voor onderwijs of kinderen combineren beide. De kindersterfte daalt sterk en het ‘economische nut’ van kinderen verdwijnt. Er komt een culturele mentaliteitswijziging, waarbij ouders meer investeren in het kind en dit zien als een project op lange termijn. 

Kinderarbeid neemt ook af omdat de industrie minder ongeschoolde arbeidskrachten nodig heeft. Nieuwe machines vragen gespecialiseerde kennis. Tijdens de eerste helft van de 20e eeuw schieten technische en beroepsscholen als paddenstoelen uit de grond. De behoefte aan geschoolde arbeidskrachten neemt toe. Met een betere opleiding kunnen de arbeiders doeltreffender werken, zodat het bedrijf meer winst maakt. Bovendien vereisen nieuwe technologieën en machines en de nieuwe diensteneconomie een aangepaste opleiding. 

Klasfoto jongensschool Oosteeklo, 1928, collectie Vrije Basisschool Oosteeklo. In Eeklo stijgt het percentage schoolgaande kinderen van 40% in 1896 naar 60% in 1913 tot zo’n 85% aan het eind van de jaren 1930.

Stedelijke Beroepsschool Carels-Nicaise-de Ridder, afdeling ijzer- en gieterij. ©Industriemuseum

Leerplicht tot 14, 15, 16 of 18 jaar? 

Sinds het begin van de leerplicht doemde de vraag op: is 14 jaar wel genoeg? Is een leerplicht tot 15 of 16 jaar niet beter? In de jaren 1930 laait het debat op. De verlenging van de leerplicht zou een antwoord bieden op de schrijnende jeugdwerkloosheid die heerst door de crisis van de jaren 1930. In 1953 trekt de Belgische regering met Onderwijsminister Pierre Harmel de leerplicht op tot 15 jaar. 

Vanaf de jaren 1950 stijgen de lonen. Kinderen moeten geen buitenshuis betaalde arbeid meer doen. In de meeste gezinnen moeten ze niet meer bijdragen aan het gezinsinkomen. Arbeiders kunnen nu ook geld uitgeven aan zaken waarvan ze tevoren alleen maar konden dromen. De consumptiemaatschappij is geboren. Jongeren vormen een belangrijke consumentengroep. Dankzij televisiereclame zijn kinderen een makkelijk te bereiken doelgroep. Ze kunnen kiezen uit een steeds groter aanbod aan speelgoed. Ook educatief verantwoord speelgoed wint aan populariteit. In hun vrije tijd sluiten kinderen zich aan bij een jeugdbeweging, een sportclub, een koor… 

In 1983 trekt de Belgische overheid de leerplicht op tot 18 jaar. Niet toevallig komt de wet op een moment van economische crisis. De nieuwe wet moet jongeren van de straat en uit de werkloosheid halen. Leerlingen zijn voltijds leerplichtig tot 16 jaar of tot 15 jaar voor wie de eerste twee leerjaren van het voltijds secundair onderwijs heeft gevolgd. Tot 18 jaar geldt deeltijdse leerplicht. Veel landen trokken al eerder de leer- of schoolplicht op. De grote democratisering van de toegang tot hoger en universitair onderwijs is sinds de jaren 1970 een feit. 

‘Jeugd. Voor een passend beroep’, reclame voor de Nationale dienst voor arbeidsbemiddeling, 1948. © Archief Gent.

Naailes in de lagere school. © Amsab-ISG

Verklede kinderen op het kamp van de vakantiekolonie in Spa, ca. 1947. © Huis van Alijn

Nooit meer kinderarbeid? 

Sinds de tweede helft van de 20e eeuw stijgt de levensstandaard in België en krijgen kinderen en jongeren zakgeld. Met klusjes en vakantiewerk verdienen ze een centje bij. Het geld komt op hun eigen spaarrekening. Maar er is ook een andere kant aan het verhaal. In België leeft anno 2016 één kind op vijf in armoede of met een risico op armoede. Zij en hun families moeten leven van weinig geld. Deze jongeren spijbelen om bij te klussen en zo de thuiskas te spijzen. 

Onderwijs, jeugdwerkloosheid en integratie op de arbeidsmarkt blijven tot op vandaag voer voor debat. Moet onderwijs jongeren voorbereiden op de werkvloer? Zo ja, hoe? Krijgen kinderen en jongeren in het onderwijs de kans om hun talenten te ontwikkelen? Wat met jongeren die schoolmoe zijn? Onderwijs en opleiding zijn aan het begin van de 21e eeuw een belangrijke factor voor maatschappelijke integratie in de kennismaatschappij. 

Op het internationale toneel komen er vanaf de jaren 1980 wetten en conventies om kinderarbeid wereldwijd aan banden te leggen. De bestrijding van kinderarbeid wordt een belangrijke prioriteit in het discours van internationale instellingen. Al duiken er ook stemmen van kritiek op. De strijd tegen kinderarbeid zou een vorm van Westers paternalisme zijn en voorbijgaan aan de complexiteit van het fenomeen. We zouden tegelijk ook blind zijn voor verdoken vormen van kinderarbeid bij ons. 

Over de geschiedenis van kinderarbeid in België is nog maar weinig inkt gevloeid. Zeker de 20e eeuw en de effecten van de invoering van de leerplicht in 1914 bleven onderbelicht. 

Lees meer over de leerplicht op Wikipedia

Leerlingen tijdens de praktijkles in het metaalatelier. © AMSAB-ISG

Verhalen uit de collectie

Het verhaal van Ignaas...
Boer, wever, overlever   Twee ponden. Dat is het bedrag dat Pieter De Vreese van de parochie krijgt om de...
lees meer
Het verhaal van Jozef...
Liefde voor de drukkerij, liefde voor elkaar   Een eenvoudig rijhuisje met een ‘voorplaats’, een keuken met een...
lees meer
Het verhaal van Juliana De...
Zingen, om de zorgen te vergeten   Het huishouden waarin Juliana aan het begin van de 20e eeuw geboren is, staat...
lees meer
Het verhaal van Norbertine...
Een kind in de Lokerse haarsnijderijen   Het werken in en voor een haarsnijderij krijgt Norbertine met de paplepel...
lees meer
Het verhaal van Pieter...
Spazzacamino! Spazzacamini! Schoorsteenvegersknechtjes gezocht!   Het beroep van schoorsteenveger hangt samen met...
lees meer
Wat is kinderarbeid
In een stoffige spinnerij rapen jonge kinderen al kruipend katoenafval van de fabrieksvloer. Door het zware werk...
lees meer
Kinderarbeid in België
Al sinds de prehistorie werken kinderen mee in het gezin. Ze trekken erop uit om voedsel te verzamelen, helpen op...
lees meer

Meer uit deze collectie...

schrijf je in voor de nieuwsbrief

schrijf mij uit